Werkconferentie 2018

MVT-Lerarenopleiders leren: doeltaaldidactiek op school en in de opleiding

Rond 50 mvt-opleiders kwamen op 11 april 2018 samen op de halfjaarlijkse werkconferentie voor lerarenopleiders moderne vreemde talen van het Platform van eerste- en tweedegraads opleiders van Levende Talen. Deze dag werd mede georganiseerd en gefinancierd door het Expertisecentrum moderne vreemde talen en het Meesterschapsteam Vakdidactiek moderne vreemde talen. Voorzitter Wander Lowie van het meesterschapsteam schetste de taken en activiteiten van zijn team en de mogelijkheid om juist via de opleiders als cruciale schakel tussen vo en universiteiten/hogescholen de vakdidactiek te versterken.

Centrale thema van de dag was doeltaaldidactiek, waarbij verschillende opleiders hun expertise en ervaringen deelden met hun collega-vakdidactici. Bijzonder was dat de workshops verschillende perspectieven op het thema doeltaal boden en elkaar aanvulden en deels versterkten

Doeltaal Leertaal

De eerste workshop werd verzorgd door Sebastiaan Dönszelmann (vakdidacticus Frans, VU). Twee jaar eerder vertelde hij al uitvoerig over zijn onderzoek binnen het Dudoc-alfa-programma. Nu kon hij verhalen over het door hem ontwikkelde doeltaal-observatie-instrument en de resultaten van zijn doeltaaleffectstudie. Deelnemers ontvingen een scorelijst met criteria voor adequate doeltaaldidactiek, verdeeld over zes categorieën, variërend van ondersteuning door expressie tot de rol van de moedertaal en klassenmanagement. Het punt dat Sebastiaan veelvuldig benadrukte was: gebruik van de doeltaal is geen garantie voor het aanwakkeren van het taalleerproces. Wat je nodig hebt is een passende didactiek, zodat de leerlingen de docent in de vreemde taal niet alleen begrijpen (kunnen volgen) maar ook echt tot taal leren komen. Zijn instrument brengt in beeld wat daarvoor nodig is. De opleiders mochten onderling ook uitproberen of ze de doeltaal zo konden inzetten dat hun gesprekspartner iets leerde van de doeltaal, die op die manier tot leertaal wordt.

In totaal werden ruim 30 docenten de afgelopen jaren door Sebastiaan getraind in de doeltaaldidactiek en de resultaten zijn verheugend. De docenten hebben geleerd de doeltaal veelvuldig én didactisch verantwoord te gebruiken en waren dermate geïnspireerd dat zij de didactiek ook naderhand zijn blijven gebruiken in hun onderwijs. Wel zijn er verschillen tussen de docenten en blijken sommige aspecten van de didactiek makkelijker aan te leren dan andere. Ook de leerlingen (610) van deze docenten werden gevolgd. Zij scoorden op alle vaardigheden significant beter dan de controlegroep, met name op schrijfvaardigheid. De motivatieverschillen tussen beide groepen waren miniem, wat als gunstig gezien kan worden; veel docenten zijn bang dat de motivatie van hun leerlingen zal leiden onder het gebruik van de doeltaal, maar binnen de kaders van dit onderzoek wijst niets daarop. Sebastiaan concludeerde dat de aangereikte doeltaaldidactiek leidt tot positieve ontwikkelingen bij docenten en leerlingen. Wel opmerkelijk is het feit dat het docenten zwaar valt de doeltaal te gebruiken als de omgeving, zoals schoolleiding en vakcollega’s, dergelijke ontwikkelingen niet ondersteunen. Gepland vervolgonderzoek moet meer helderheid geven over manieren om in te spelen op deze contextfactoren.

Na de lunch lag de focus in de workshop van Jeanine Mysliwiec (Noordelijke Hogeschool  Leeuwarden) op het effectief leren inzetten van de doeltaal en van de moedertaal in de les als onderdeel van de opleiding van met name studenten Engels gedurende de opleiding tot onderbouwdocent. Haar belangstelling voor het onderwerp doeltaalgebruik was tijdens haar opleiding gewekt, ze stelde toen als native speaker vast dat er nog geen didactiek voor het gebruik van de doeltaal Engels ontwikkeld was. In haar masteronderzoek onderzocht ze wat docenten Engels over de inzet van doeltaal zeggen en wat ze in de praktijk doen. Ze stelde hiertussen een opvallend verschil vast: docenten doen niet hetzelfde als ze zeggen te doen en te willen in hun lessen. Jeanine liet ons een aantal misvattingen zien zoals onder andere de aanname dat de inzet van de moedertaal het leren van de vreemde taal zou belemmeren. Onderzoek maakt juist duidelijk dat de doordachte inzet van de moedertaal het leren van de vreemde taal kan stimuleren, omdat consequent gebruik op bepaalde momenten in de les de veiligheid voor de leerling bevordert. Ondoordacht gebruik van de moedertaal daarentegen maakt de leerling afhankelijk van de docent wat het leerproces niet bevordert. Nadat de opleiders de belemmerde factoren (gebrek aan ondersteuning van secties en schoolleiding, klachten van leerlingen en ouders) met elkaar in kaart hadden gebracht, bekeken we een observatie-instrument dat de tweedegraads studenten Engels op de NHL helpt om op een gestructureerde manier te leren kijken naar de momenten waarop zij de doeltaal en de moedertaal in hun lessen hebben ingezet. Met behulp van vragen als ‘Wordt  het leren van de taal ondersteund of effectiever door het gebruik van het Nederlands?’, of ’Bij welke lesonderdelen past het Nederlands en waar het Engels beter?’ en ‘Wat zou je helpen om meer Engels in je les te gebruiken?’ reflecteren ze op hoe zij zich hierin als docent Engels verder zouden kunnen ontwikkelen. Een belangrijke conclusie is dat zowel de inzet van de doeltaal als de moedertaal een middel en geen doel is.

Irene van Adrigem en Susanne Görlich lieten met veel elan in hun workshop zien hoe we onze mvt-studenten in Nederland op een systematischere manier dan nu in de curricula van de opleidingen het geval is, zouden kunnen voorbereiden op de inzet van de doeltaal in de lessen. Zij verdiepten zich hiervoor in het taalcompentieprofiel dat door de Pädagogische Hochschule in St. Gallen (Zwitserland) voor MVT-docenten ontwikkeld is en vertaalden dit naar de Nederlandse opleidingscontext. Het raamwerk is een concretisering van het C1-niveau uit het ERK. Voor het gebruik van de doeltaal zijn vijf, beroepsgerelateerde domeinen gedefinieerd: Domein 1 Lessen voorbereiden, Domein 2 Lessen uitvoeren, Domein 3 Beoordelen, feedback en advies geven, Domein 4 Internationale activiteiten en Domein 5 Leren en professionalisering. Per domein zijn er taken beschreven waarbinnen de mvt-student zich gefaseerd moet ontwikkelen. Een voorbeeld uit Domein 1: ‘De leerkracht kan in de doeltaal duidelijke, mondelinge instructies geven bij oa. een oefening.’ Er is een online versie beschikbaar van een praktijkgeoriënteerde zelfscan waarmee de behoefte aan scholing van studenten en zittende mvt-docenten in kaart gebracht kan worden. Zie voor meer informatie over het taalcompetentieprofiel https://www.phsg.ch/forschung/projekte/berufsspezifische-sprachkompetenzen-fuer-lehrpersonen-fuer-fremdsprachen.

We konden verheugd vaststellen dat doeltaalgebruik en de didactiek opleiders behoorlijk bezighouden; de relevantie van doeltaalinzet en ook de uitdagingen die dit met zich meebrengt voor docenten en studenten en erkend en gevoeld in de eigen opleidingspraktijk. De dag was ‘uitverkocht’ en de presentaties leidden tot geanimeerde discussies en het uitwisselen van standpunten en ervaringen. Het was dan ook meer dan een keer een uitdaging voor de workshopverzorgers om de opleiders bij de les te houden.

Catherine van Beuningen (Hogeschool Utrecht/Hogeschool van Amsterdam) gaf alvast een voorschot op de volgende werkconferentie door te vertellen over het vakdidactisch observatie-instrument dat haar HU-collega’s van het lectoraat Didactiek van de Moderne Vreemde Talen (o.l.v. Rick de Graaff) aan het ontwikkelen zijn. Nadat een eerste conceptversie werd gebruikt voor en door studenten, wordt het tweede concept momenteel door leden van het lectoraat ingezet in een pilot-inventarisatie op scholen, waar het instrument het vakdidactisch handelen van ervaren docenten in kaart brengt en handreikingen biedt voor een gesprek over hun vakdidactische keuzes. Deze pilot dient ertoe tot een definitieve versie van het observatie-instrument te komen, zodat het instrument volgend studiejaar ingezet kan worden ten behoeve van een grootschalige inventarisatie. In deze inventarisatie ligt de focus op de aansluiting tussen beoogd, gerealiseerd en gewenst mvt-curriculum.

Na al deze input konden de deelnemers nog napraten tijdens de afsluitende borrel.

Wie belangstelling heeft voor het materiaal dat tijdens deze werkconferentie gepresenteerd en uitgewisseld is, kan lid worden van het online platform voor eerste- en tweedegraads lerarenopleiders (in Edugroepen) door een mail te sturen naar expertisecentrummvt@iclon.leidenuniv.nl. De volgende werkconferentie vindt plaats op 2 november 2018 in Utrecht, als onderdeel van de Landelijke Studiedag van Levende Talen. De uitnodiging wordt via e-mail verspreid onder mvt-opleiders en het programma wordt op de site van het Expertisecentrum mvt gepubliceerd. Wie hiervoor belangstelling heeft, kan aan het adressenbestand worden toegevoegd door een mail te sturen naar expertisecentrummvt@iclon.leidenuniv.nl

Meer informatie over de doelen en werkzaamheden van het Meesterschapsteam Vakdidactiek mvt is te vinden op: https://vakdidactiekgw.nl/209-2/

 

Hermine de Knijff en Marjon Tammenga-Helmantel

Dit verslag is ook verschenen in Levende Talen Magazine.